Toegankelijkheidsrichtlijn e-readers

Om digitale producten en diensten toegankelijk voor mensen met een beperking, werd in 2019 de Europese Toegankelijkheidsrichtlijn gepubliceerd en breed aangenomen. Momenteel wordt deze richtlijn omgezet in Nederlandse wetgeving en zal vanaf 28 juni 2025 voor onder andere e-readers gaan gelden.

Bekijk de video van het webinar: ‘Al klaar voor 2025? Toegankelijkheidseisen E-books en E-readers. Of lees hieronder hoe de richtlijn voor e-readers eruit gaat zien.

1.1: Producten en organisaties

Welke producten vallen hier onder?

Fysieke e-readers die in de EU verkocht worden, moeten voldoen aan de nieuwe richtlijnen.

Voor welke organisaties geldt de richtlijn?

    • Bedrijven die e-readers verkopen.
    • Producenten, importeurs en leveranciers van e-readers of software voor e-readers.
    • Er geldt géén uitzondering voor kleine ondernemingen.

1.2: Wat moet je aanpassen aan je e-reader?

E-readers moeten gebruikt kunnen worden door mensen met een beperking. Dat betekent dat de e-reader compatibel is met hulpapparatuur. Ook de software (gebruikersinterface) moet toegankelijk worden.

Informatie op de verpakking of op de e-reader zelf staan (zoals waarschuwingen) maak je toegankelijk, bijv. door de informatie ook op je website te zetten. En ook instructies voor het gebruik van de e-reader moet voldoen aan richtlijnen.

In je organisatie zul je de informatievoorziening van je ondersteunende diensten (zoals helpdesks en callcenters) toegankelijk moeten maken. Ook stel je een EU-conformiteitsverklaring op. Dat is een uitleg dat je aan de toegankelijkheidsrichtlijnen voldoet.

Er zijn aanvullende regels voor fabrikanten, importeurs en leveranciers.

1.2.1: Wat is ‘toegankelijk’?

De European Accessibility Act (EAA) geeft geen strikte definitie van een toegankelijke dienst. Er staan wel veel indirecte verwijzingen naar de Web Content Accessibility Guidelines (WCAG). Dat is de internationale standaard voor digitale toegankelijkheid. We kijken daarom naar de WCAG om te bepalen wat ‘toegankelijk’ betekent.

De WCAG richtlijnen zijn verdeeld over vier onderwerpen: waarneembaar, bedienbaar, begrijpelijk en robuust. In de EAA staat dat deze vier onderwerpen relevant zijn voor de wet.

Waarneembaar betekent dat iemand die een zintuig mist, toch de informatie kan krijgen. Bijvoorbeeld ondertiteling voor iemand die slechthorend is. Wanneer je je applicatie Bedienbaar maakt, kan iemand bijvoorbeeld via een spraakinterface of toetsenbord de knoppen bedienen. Begrijpelijk gaat bijvoorbeeld over consistente navigatie, duidelijke knoppen en behulpzame foutmeldingen. Tenslotte betekent Robuust dat je dienst goed samenwerkt met hulptechnologie. Voorleessoftware kan de lezer dan bijv. vertellen of een e-book wel of niet is toegevoegd aan favorieten.

1.2.2: De gebruikersinterface van de e-reader

Voor de e-reader en de software daarop gelden de volgende richtlijnen.

Visueel

      1. Een gebruiker kan inzoomen en tekst vergroten (en verkleinen).
      2. Een gebruiker kan de helderheid en contrast van het scherm aanpassen. Een gebruiker moet de helderheid van het beeld kunnen verbeteren (zoals extra contrast of een donkere modus).
      3. Gebruik je kleur voor het overbrengen van informatie, dan moet het ook te begrijpen zijn voor mensen die (kleuren)blind zijn. Voorbeeld: als je een groene en een rode knop hebt, zet dan ook tekst op de knoppen, zodat ze van elkaar verschillen.
      4. Het scherm mag niet meer dan 3 keer per seconde flitsen. Dat kan leiden tot een epileptische aanval.

Audio

      1. Een gebruiker kan tekst (in het gebruikersinterface) laten voorlezen. De e-reader moet dus technologie bevatten voor het omzetten van tekst in spraak.
      2. De gebruiker kan het volume en de snelheid van de audio aanpassen.
      3. De gebruiker kan verbeterde audiofuncties aanzetten, zoals functies voor een helder geluid en vermindering van geluidsinterferentie van producten in de nabijheid (bijv. voor gehoorapparaten).
      4. Als de e-reader via audio signalen verspreidt, moet er ook een alternatief zijn voor mensen die niet of slecht kunnen horen. Bijv. door een uitroepteken met tekst in beeld.

Tast

      1. Je moet fysieke onderdelen, zoals knoppen, op de tast kunnen herkennen.
      2. Probeer te voorkomen dat een gebruiker twee elementen, zoals knoppen, tegelijk moet indrukken. Als dat niet kan, bied dan een optie (bijv. in instellingen) aan voor gebruikers zodat zij niet twee elementen tegelijk hoeven in te drukken.
      3. Als een gebruiker geen fijn motorische bewegingen kan maken (zoals een gebaar voor vergroten/verkleinen), moet diegene alsnog de actie kunnen uitvoeren.
      4. Fysieke knoppen moet je zonder veel kracht kunnen bedienen.

Overig

      1. Je beschermt de privacy van de gebruiker bij het gebruik van de toegankelijkheidsfuncties, bijv. doordat je een koptelefoon kunt dragen tijdens het invoeren van een wachtwoord of het doorbladeren van je bibliotheek.
      2. Als de e-reader kan worden ontgrendeld met vingerafdrukherkenning of gezichtsherkenning, moet er ook een alternatief zijn daarvoor, zoals een wachtwoord.
      3. Bij interacties met de e-reader krijgt de lezer voldoende tijd om te reageren, bijv. bij het intypen van een wachtwoord. (zie ook WCAG 2.2.1)
      4. De software is consistent: het werkt op een voorspelbare manier (zie ook WCAG 3.2.3 & 3.2.4).
      5. Een gebruiker moet de e-reader kunnen bedienen met hulpsoftware/-apparatuur
        1. De e-reader bevat software en onderdelen voor aansluiting van het product op hulptechnologieën. Bijvoorbeeld een usb-poort en/of bluetooth om een braille leesregel aan te sluiten.
        2. Dit betekent ook dat de programmeercode zo geschreven is dat hulpapparaten er goed mee kunnen communiceren.

1.2.3: Verpakking

De verpakking van de e-reader, inclusief de informatie in de verpakking, wordt toegankelijk gemaakt. Denk daarbij aan informatie over het openen, aanzetten, gebruiken en recyclen van de e-reader. Ook als de e-reader toegankelijkheidsfuncties bevat, maak je de informatie daarover toegankelijk. Als het mogelijk is, doe je dat in of op het verpakking zelf, en lukt dat niet, dan kan het bijvoorbeeld op een website staan.

1.2.4: Informatie en instructies op de e-reader

Informatie die op de e-reader zelf staat, zoals etiketten, instructies en waarschuwingen, moet toegankelijk worden gemaakt. Als het mogelijk is, doe je dat in of op het product zelf, en lukt dat niet, dan kan het bijvoorbeeld op een website staan.

De informatie moet voldoen aan de volgende richtlijnen:

      1. De informatie is beschikbaar via minimaal twee manieren (zintuigen). Bijvoorbeeld visueel op de verpakking, en op een website, zodat je het kunt laten voorlezen.
      2. De informatie wordt op een begrijpelijke manier gepresenteerd. Dat betekent o.a. dat informatie in een logische volgorde staat.
      3. De informatie is voor alle gebruikers waarneembaar. Bij een filmpje voeg je bijv. ondertiteling toe voor slechthorenden en een beschrijvende voice-over (audiodescriptie) voor slechtzienden.
      4. De informatie wordt gepresenteerd met voldoende contrast, een lettertype in geschikte grootte (zo groot als nodig is voor de gebruiksomstandigheden).
      5. De informatie heeft een aanpasbare letter-, regel- en alinea-afstand.

1.2.5: Instructies over het gebruik van de e-reader

De volgende richtlijnen gelden voor instructies over het gebruik van de e-reader die op andere plekken  staan dan op het product zelf, zoals de website, sociale media etc.

Wat moet je vertellen

      1. Instructies voor installatie, onderhoud, opslag en recyclen van de e-reader (als die niet al op de verpakking staan)
      2. Uitleg wat de e-reader kan en doet (welke functies het heeft)
      3. Uitleg hoe je de e-reader gebruikt en hoe je het bedient (o.a. de knoppen, de software). Bijv. hoe zet je een boek aan, waar kun je de instellingen aanpassen.
      4. Uitleg hoe je de e-reader aansluit op hulpapparatuur (bijv. aansluiting voor koptelefoon of braille lezer)
        1. De uitleg bevat een lijst van geteste hulpapparatuur
      5. Een lijst van toegankelijkheidsfuncties waar de software wel en niet aan voldoet. Je gebruikt daarvoor de lijst uit de richtlijn.

Op welke manier moet je dat doen?

      1. De informatie moet openbaar zijn.
      2. De informatie is beschikbaar via minimaal twee manieren (zintuigen). Bijvoorbeeld via tekst en geluid. Je hoeft niet zelf een voorleesknop aan te bieden, maar wel zorgen dat voorleessoftware goed kan werken.
      3. De informatie wordt op een begrijpelijke manier gepresenteerd. Dat betekent o.a. dat informatie in een logische volgorde staat.
      4. De informatie is voor alle gebruikers waarneembaar. Bij een filmpje voeg je bijv. ondertiteling toe voor slechthorenden en een beschrijvende voice-over (audiodescriptie) voor slechtzienden.
      5. De informatie wordt gepresenteerd met voldoende contrast, een lettertype in geschikte grootte (zo groot als nodig is voor de gebruiksomstandigheden).
      6. De informatie heeft een aanpasbare letter-, regel- en alinea-afstand.
      7. De informatie is (ook) beschikbaar in tekstformat (bijv. HTML), zodat die kan worden voorgelezen door hulpsoftware en dat lezers bijv. zelf het font kunnen aanpassen.
      8. Je biedt een alternatief voor informatie die alleen te zien of te beluisteren is. Bijv. een beschrijvende tekst tonen bij afbeeldingen of grafieken.

1.2.6: Organisatie

      1. Je ondersteunende diensten (zoals helpdesks en callcenters) moeten op een toegankelijke manier informatie geven over de toegankelijkheid van je dienst en met welke hulpapparaten je product of dienst werkt.
        1. Bied minimaal 2 contactopties aan. Bellen is geen optie voor iemand die doof is, en mailen kan lastig zijn voor iemand met een verstandelijke beperking.
      2. Je stelt een EU-conformiteitsverklaring op. Dat is een uitleg dat je aan de richtlijnen voldoet.

Bron: European Accessibility Act (EAA)

Wat zijn de lessons learned uit dit webinar?

    • In hoeverre moeten leerboeken en vakgerichte boeken (waar bijvoorbeeld veel afbeeldingen en tabellen in staan) aan de toegangkelijkheidseisen voldoen?

      Leerboeken staan niet letterlijk in de wet benoemd. Daardoor kan dit geïnterpreteerd worden als dat het dan niet voor leerboeken geldt. Echter staan er wel meer boeken niet letterlijk in benoemd waardoor het nog een discussiepunt is dat nog met de branche besproken moet worden.

    • Vrijwel alle acties op een E-reader gaan via het touchscreen, mag dat straks vanaf 2025 niet meer?

      Daar geldt de regel, dat alle knoppen voelbaar moeten zijn, niet voor. Een voorbeeld hiervoor is een mobiele telefoon. Deze heeft een eigen interface voor de toegankelijkheid. Dus als er een alternatief is, zoals bij mobiele telefoons, dan mag dat alternatief gebruikt worden. Alleen een fysieke knop moet wel onderscheidbaar zijn.

    • Vanuit de algemene productregelgeving is het op dit moment een eis om een papieren handleiding bij apparaten te leveren. Digitaal wordt op dit moment niet als voldoende en gebruiksvriendelijk gezien. Alleen een papieren handleiding kan voor anderen niet toegankelijk zijn. Hoe denken wij hierover?

      Die informatie kan je via een website ter beschikking stellen en dan voldoe je al aan de richtlijnen. Zorg ervoor dat er ergens de link naar de website wordt benoemd zodat slechtziende mensen de handleiding online kunnen ‘lezen’ en zo ook kunnen navigeren door de handleiding heen.

    • De richtlijnen waar je je als ondernemer aan moet voldoen, gelden zie regels voor alle ondernemers of alleen voor de grotere bedrijven?

      De producten moeten altijd aan de richtlijnen voldoen. Bij diensten heb je die uitzondering voor bedrijven met minder dan tien Fte of een omzet van minder dan twee miljoen.

    • Het is een richtlijn maar waarom is deze dan verplicht?

      Het heet in Europa een directive. Dit vertalen wij als een richtlijn maar dit is gewoon een wet.

    • Wat is op dit moment (mei 2023) de status van de implementatie binnen de nationale wetgeving?

      Op basis van het advies van de Raad van State zijn enkele wijzigingen gedaan aan de toelichting op het wetsvoorstel, en is het nader rapport opgesteld. Het wetsvoorstel wordt naar verwachting uiterlijk eind mei bij de Tweede Kamer ingediend.

    • Hoe wordt het toezicht georganiseerd en worden er ook boetes uitgedeeld als je straks niet toegankelijk bent?

      Als je je als onderneming na 28 juni 2025 niet aan de toegankelijkheidseisen houdt, kun je een boete opgelegd krijgen. Hoe hoog die boete is kan per dienst of product verschillen. De toezichthouder baseert zich voor het bepalen van de hoogte van de boete op de wetgeving die van toepassing is op de dienst of het product.

    • De richtlijn bevat ook onderdelen met een open einde die je op verschillende wijze kan interpreteren, hoe kun je daarmee omgaan?

      Vaak bij nieuwe wetgeving heb je de theoretische leefwereld en je hebt de praktijk. Bij nieuwe wetgeving komt het vaker voor dat specifieke (onduidelijke) onderdelen met schuren en slijpen worden geoptimaliseerd. Bij onderdelen van de richtlijn die op verschillende manieren geïnterpreteerd kunnen worden of wanneer het niet direct antwoord geeft op een vraagstuk uit de praktijk, neem dan contact op met je eigen brancheorganisatie of met MKB-Nederland via: mkbtoegankelijk@vnoncw-mkb.nl. Per situatie zullen wij vanuit het programma MKB Toegankelijk bekijken op welke manier we een de juiste koppeling binnen de Rijksoverheid kunnen maken.

    • Hoe kun je als brancheorganisatie partner worden van het programma MKB Toegankelijk?

      Heb je als brancheorganisatie interesse in deelname aan het programma? Neem dan contact op met projectleider digitale toegankelijkheid Mohamed Nabih via: nabih@vnoncw-mkb.nl

Veelgestelde vragen

Als je een apparaat voor 28 juni 2025 gekocht hebt, mag je hem tot maximaal 20 jaar daarna nog gebruiken.

Voor producten geldt dat ze aan de richtlijn moeten voldoen als ze op 28 juni 2025 of later op de Europese markt worden gebracht. Indien een product voorafgaand aan deze datum al op de markt was en vanaf 28 juni nog steeds te koop is, is het niet verplicht om het product aan te passen. We moedigen het wel aan, want uiteindelijk is het belangrijk dat alle producten toegankelijk zijn!

Voor diensten geldt iets anders. Alle diensten moeten vanaf 28 juni 2025 aan de richtlijn voldoen, ook als deze voorafgaand aan deze datum al werden aangeboden op de markt. Dit heeft ermee te maken dat bestaande online diensten beter aan te passen zijn dan een bestaand fysiek product. Hierbij geldt wel dat als er sprake is van een lopend contract (bijvoorbeeld een telefoonabonnement of een hypotheek), de eisen niet direct van toepassing zijn. Indien het contract niet wordt gewijzigd, kan het blijven doorlopen tot uiterlijk vijf jaar na 28 juni 2025.

Vanaf 28 juni 3030 moeten ook lopende contracten aan de toegankelijkheidseisen voldoen.

Voor tweedehands producten gelden dezelfde regels als voor nieuwe producten. Tweedehands producten die voor 28 juni 2025 al op de Europese markt waren hoeven niet aan de toegankelijkheidseisen te voldoen.

Tweedehands producten die van buiten de EU komen en op 28 juni 2025 of later op de Europese markt worden gebracht moeten voldoen aan de toegankelijkheidseisen.

De overheid werkt met MKB-Nederland en VNO-NCW samen om ondernemers goed te informeren over de toegankelijkheidseisen. In 2023 wordt bijvoorbeeld voorlichtingsmateriaal ontwikkeld waarin de eisen per product en dienst inzichtelijk worden gemaakt en worden er informatiesessies voor ondernemers georganiseerd.

Deze sessies zullen samen met de lessons learned worden verspreid via kanalen als brancheverenigingen en Ondernemersplein.

Europese toegankelijkheidswet voor ondernemers - MKB Toegankelijk

Vanaf 28 juni 2025 wordt toezicht gehouden op het naleven van de toegankelijkheidseisen. Omdat de producten en diensten verschillende sectoren raken, houden ook verschillende organisaties toezicht.

Voor alle producten, zoals gedefinieerd onder artikel 2 onder 1 van de richtlijn, is dat de Rijksinspectie voor Digitale Infrastructuur (voorheen Agentschap Telecom).

Voor diensten, zoals gedefinieerd onder artikel 2 onder 2 van de richtlijn, zijn er verschillende toezichthouders:

  • Voor elementen van personenvervoer per vliegtuig, bus, trein en over water is dat de Inspectie Leefomgeving en Transport;
  • Voor bankdiensten voor consumenten en e-handelsdiensten van financiële aard wordt de Autoriteit Financiële Markten aangewezen als toezichthouder;
  • Voor e-boeken en diensten die toegang geven tot audiovisuele mediadiensten wordt het Commissariaat voor de Media aangewezen als toezichthouder;
  • Voor telecommunicatiediensten en e-handelsdiensten is dat de Autoriteit Consument en Markt;
  • Tenslotte zal de Inspectie J&V toezicht houden op het noodnummer 112.

Ja, zowel het product zelf als de informatie over het product moeten toegankelijk zijn. Dat staat in bijlage I, afdeling I van de richtlijn.

Ja. In artikel 3 onder 30 van de richtlijn worden e-handelsdiensten gedefinieerd als diensten die worden verleend op afstand, via websites en diensten op basis van mobiele apparaten, langs elektronische weg en op individueel verzoek van een consument met het oog op het sluiten van een consumentenovereenkomst.

Het boeken van een hotelkamer via een website kan worden gezien als een e-handelsdienst omdat deze is gericht op het sluiten van een consumentenovereenkomst, waarmee hotel en consument (gast) de overeenkomst aangaan waarbij consument tegen betaling gebruik zal maken van de hotelkamer.

Als je als onderneming na 28 juni 2025 niet aan de toegankelijkheidseisen houdt, kun je een boete opgelegd krijgen. Hoe hoog die boete is kan per dienst of product verschillen.

De toezichthouder baseert zich voor het bepalen van de hoogte van de boete op de wetgeving die van toepassing is op de dienst of het product.

Op basis van het advies van de Raad van State zijn enkele wijzigingen gedaan aan de toelichting op het wetsvoorstel, en is het nader rapport opgesteld. Het wetsvoorstel is medio 2023 bij de Tweede Kamer ingediend.

Een aanlooptijd nemen is verstandig, er gaan vaak jaren overheen om producten en diensten te ontwikkelen.

Jazeker, weldegelijk geeft de WCAG inzicht.

De kern van de complete wet zijn de 4 principes; waarneembaar, bedienbaar, begrijpelijk en robuust. Doorloop je alle principes en voldoe je hieraan, dan voldoe je aan de wet.

Nee, dat hoeft niet. Zie bijvoorbeeld de gebruikersinterface van geldautomaten.

Het advies is; maak je bedrijfsketen inzichtelijk. Vanaf 28 juni 2025 moeten fabrikanten, distributeurs en producenten aangeven dat hun digitale producten toegankelijk zijn.

Staat jouw vraag er niet bij?

Dan staat het projectteam van MKB Toegankelijk voor je klaar. Neem contact op en stel jouw vraag. Je hoort zo spoedig mogelijk van ons.

Neem contact met ons op