Om digitale producten en diensten toegankelijk te maken voor mensen met een beperking, werd in 2019 de Europese Toegankelijkheidsrichtlijn gepubliceerd en breed aangenomen. Momenteel wordt deze richtlijn omgezet in Nederlandse wetgeving en zal vanaf 28 juni 2025 onder andere voor televisie- en streamingdiensten gaan gelden.
Bekijk de video van het webinar: ‘Al klaar voor 2025? Toegankelijkheidseisen van eindapparatuur en diensten die toegang geven tot televisie- en streamingdiensten’. Of lees hieronder hoe de richtlijn voor televisie- en streamingdiensten eruit gaat zien.
1: Voor welke producten geldt de richtlijn?
Deze richtlijn geldt voor diensten die toegang geven tot audiovisuele content (zoals tv-programma’s en tv-series). Het gaat dus niet om de content zelf, maar over hoe iemand een programma kan kiezen en instellen. Voorbeelden van deze diensten zijn:
- Diensten die toegang geven tot streamingdiensten, bijvoorbeeld: de app om Netflix, Disney+ of Videoland te bekijken;
- Tv-pakket aanbieders zoals Ziggo of KPN;
- Met de bijbehorende box: het apparaat dat een tv verbindt met een netwerk (settopbox);
- Inclusief apps/terugkijkdiensten, bijv. NLZiet, Kijk, NPO Start;
- Aanbieders van elektronische programmagidsen (EPG’s). Dat is software die toont wat er op tv is;
- Diensten die een mediaspeler aanbieden (bijv. Google Chromecast of Apple TV) waarmee je content kunt streamen naar een scherm;
- Video-uploaders met meer dan 500.000 volgers die videoplatformdiensten zoals YouTube of TikTok gebruiken;
- Videoplatformdiensten zoals YouTube, Instagram en TikTok (wanneer zij video-uploaders met meer dan 500.000 volgers faciliteren).
1.1 Wat zijn de uitzonderingen?
Ondernemingen met minder dan 10 medewerkers en die minder dan 2 miljoen euro omzet hebben, zijn hoeven niet te voldoen aan de richtlijn. De richtlijn geldt ook niet voor de dienstverlening van business-to-business.
Er is ook een uitzondering bij een fundamentele wijziging. Dat is bijvoorbeeld wanneer je een product of (onderdeel van een) dienst zo ingrijpend moet aanpassen, dat het product of de dienst daarmee niet meer doet waar het voor bedoeld is. Tenslotte kan een organisatie zich beroepen op de onevenredige last, als het organisatorisch en financieel veel meer kost dan het voordeel wat het personen met een beperking oplevert. Dit bekijk je per eis van de richtlijn; je zult zoveel mogelijk van de richtlijn moeten uitvoeren.
In de richtlijn staan uitgebreide criteria voor het bepalen of iets een onevenredige last is. Het ontbreken van prioriteit, tijd of kennis valt er in elk geval niet onder. Je kunt deze uitzondering ook niet gebruiken als je financiering krijgt voor het verbeteren van de toegankelijkheid van je product of dienst.
2: Wat moet er toegankelijk worden?
Diensten die toegang geven aan audiovisuele mediadiensten maken hun websites en (ondersteunende) diensten toegankelijk. Dat betekent dat mensen met een beperking zelfstandig een dienst kunnen afnemen en gebruiken.
2.1 Wat is ‘toegankelijk’?
De European Accessibility Act (EAA) geeft geen strikte definitie van een toegankelijke dienst. Er is wel een Europese standaard voor toegankelijkheid (EN 301 549). Daarin staat onder andere dat overheden moeten voldoen aan de Web Content Accessibility Guidelines (WCAG). De WCAG richtlijnen zijn verdeeld over vier principes: waarneembaar, bedienbaar, begrijpelijk en robuust. In de EAA wordt daar regelmatig naar verwezen. Er staat ook dat deze vier principes relevant zijn voor de richtlijn.
2.1.1 De vier principes van toegankelijkheid
Waarneembaar betekent dat iemand die een zintuig mist, toch de informatie kan krijgen. Bijvoorbeeld ondertiteling bij een video voor iemand die slechthorend is. Voor slechtziende mensen voeg je audiodescriptie toe: een beschrijving van wat er in de video te zien is.
Wanneer je je product of dienst Bedienbaar maakt, kan iemand het bedienen met verschillende hulpapparatuur. Bijvoorbeeld met gesproken commando’s en met een toetsenbord.
Begrijpelijk gaat onder andere over makkelijke teksten, consistente navigatie en behulpzame foutmeldingen.
Tenslotte betekent Robuust dat je dienst goed samenwerkt met hulptechnologie. Daardoor kan iemand tekst op het scherm laten voorlezen of snel van kop naar kop springen.
2.2 Richtlijnen voor dienstverleners
De EAA zegt dat dienstverleners aan de volgende richtlijnen moeten voldoen:
- Producten die gebruikt worden bij het verlenen van de dienst, zoals de tv-ontvanger, moeten toegankelijk zijn.
- Je websites, apps en andere online toepassingen moeten toegankelijk zijn. Dat betekent dat het waarneembaar, bedienbaar, begrijpelijk en robuust is. Je kan hier de WCAG 2.2 richtlijnen voor volgen. Er zijn een paar onderdelen die niet toegankelijk hoeven zijn.
- Je legt uit hoe je dienst werkt en hoe die samenwerkt met bijbehorende producten. Je geeft ook informatie over de toegankelijkheidskenmerken van je dienst en met welke hulpapparaten het werkt.
Dat moet op deze manier:- De informatie wordt via minimaal twee manieren (zintuigen) aangeboden. Bijvoorbeeld via tekst en geluid.
- De informatie is (ook) beschikbaar in tekstformat (bijv. HTML), zodat die kan worden voorgelezen door hulpsoftware en dat lezers bijv. zelf het font kunnen aanpassen.
- De informatie is voor alle gebruikers waarneembaar. Bij een filmpje voeg je bijv. ondertiteling toe voor slechthorenden en een beschrijvende voice-over (audiodescriptie) voor slechtzienden.
- Je biedt een alternatief voor informatie die alleen te zien of te beluisteren is. Bijv. een beschrijvende tekst tonen bij afbeeldingen of grafieken.
- De informatie wordt op een begrijpelijke manier gepresenteerd. Dat betekent o.a. dat informatie in een logische volgorde en op een voorspelbare manier laat zien (zie ook WCAG 3.2.3 & 3.2.4).
- De informatie wordt gepresenteerd met voldoende contrast, een lettertype in geschikte grootte (zo groot als nodig is voor de gebruiksomstandigheden).
- De informatie heeft een aanpasbare letter-, regel- en alinea-afstand.
- Je ondersteunende diensten (zoals helpdesks en callcenters) moeten op een toegankelijke manier informatie geven over de toegankelijkheid van je dienst en met welke hulpapparaten je product of dienst werkt.
- Bied minimaal 2 contactopties aan. Bellen is geen optie voor iemand die doof is, en mailen kan lastig zijn voor iemand met een verstandelijke beperking.
- Zorg ervoor dat je personeelsleden zijn getraind zodat ze informatie en advies kunnen geven over het gebruik van de toegankelijke producten en diensten.
- Je maakt een toegankelijkheidsverklaring en publiceert die openbaar en op een toegankelijke manier, bijv. in de algemene voorwaarden.
- Beschrijf je dienst en hoe de dienst werkt.
- Beschrijf de manier waarop je aan de toegankelijkheidsrichtlijnen voldoet.
- Beschrijf hoe je er in je organisatie voor zorgt dat jouw dienst toegankelijk blijft.
- Je hebt procedures die garanderen dat de dienstverlening in overeenstemming met de toepasselijke toegankelijkheidsvoorschriften blijft.
- Als je dienst niet toegankelijk is: neem direct maatregelen om dit te herstellen, én meldt dit direct bij de bevoegde nationale autoriteiten.
2.2.1 Specifieke eisen aan diensten die toegang geven tot audiovisuele content
- Elektronische programmagidsen (EPG’s) moeten voor gebruikers waarneembaar, bedienbaar, begrijpelijk en robuust zijn. Iemand die blind is kan zo ook een tv-programma selecteren.
- EPG’s moeten informatie geven over de beschikbaarheid van toegankelijkheidsopties. Bijvoorbeeld of een programma ondertiteling bevat.
- Als een dienst toegankelijkheidsfuncties aanbiedt, neem je deze over in je dienst. Dat betekent dat iemand een optie zoals ondertiteling voor doven en slechthorenden, audiodescriptie of koppeling met gehoorapparaat kan activeren en personaliseren.
- De kwaliteit moet goed zijn zodat de weergave klopt,
- Geluid en video zijn gesynchroniseerd,
- En de gebruiker moet zelf de instellingen zoals de manier van weergave kunnen aanpassen.
2.2.2 Overgangsmaatregel
Er geldt een overgangsperiode voor dienstverleningscontracten die voor 28 juni 2025 zijn afgesloten. Zolang het contract niet verandert, mag het doorlopen tot de einddatum van het contract (uiterlijk tot 28 juni 2030).
Bron: European Accessibility Act (EAA)