Drukwerk

Met deze 5 eenvoudige tips pas je jouw drukwerk aan. Zo zijn je folder, prijslijst of klantenmagazine óók leesbaar voor mensen die bijvoorbeeld kleurenblind of slechtziend zijn. Bijkomend voordeel: alle klanten en gasten profiteren ervan.

Tip 1: Kies voor juiste papiersoort

  • Kies voor gebroken wit of zachtgeel papier. Helderwit papier kan vervelend zijn voor mensen die overgevoelig zijn voor licht.
  • Vermijd grauwe papiersoorten zoals krantenpapier.
  • Kies voor een matte papiersoort. De schittering van glanspapier kan storend zijn.
  • Kies bij dubbelzijdig drukwerk voor voldoende dik papier, zodat er geen ‘doordruk’ ontstaat.

Tip 2: Kies voor juiste kleurcombinaties

Goede keuze

  • zwart op wit of geel
  • blauw op wit
  • groen op wit
  • rood op wit of geel

Niet geschikt

  • combi rood en groen
  • zwart op paars
  • oranje op wit of zwart

Tip 3: Zorg voor toegankelijke vormgeving

  • Houd de achtergrond rustig. Gebruik liever geen afbeeldingen, lijnen of stippen achter de tekst.
  • Maak een duidelijke scheiding tussen tekst en illustraties.
  • Zorg dat er geen tekst of beeld staat op de eventuele vouwen in het papier.
  • Laat kleuren niet vervagen of in elkaar overlopen.
  • Gebruik kleur om overzicht aan te brengen. Dit zorgt voor een beter begrip van de communicatieboodschap.
  • Gebruik afbeeldingen die een aanvulling zijn op de tekst en zo het tekstbegrip bevorderen.
  • Controleer of een zwart-wit kopie nog leesbaar is.

Tip 4: Zorg voor een overzichtelijke tekstopmaak

  • Kies een geschikte lettergrootte. De optimale lettergrootte verschilt per persoon. Kies bij drukwerk bij voorkeur voor lettergrootte 14 tot 18 punten (3,5 tot 4,5mm).
  • Kies een schreefloos lettertype. Dat zijn letters zonder dwarsstreepjes of verdikkingen. Veel gebruikte schreefloze lettertypen zijn Helvetica, Verdana, Univers, Arial, Futura, Comic sans, Tahoma en Gill sans.
  • Laat de tekst links uitlijnen. Oftewel: niet uitvullen. Dat leest rustiger.
  • Maak de tekst niet te breed. Breek woorden aan het einde van de zin liever niet af.
  • Wees spaarzaam met hoofdletters, cursief of vet: dit is moeilijker leesbaar.

Tip 5: Schrijf toegankelijke tekst

Voordat je gaat schrijven

  • Voor wie is de tekst bedoeld?
  • Wat moet de lezer weten, vinden of gaan doen na het lezen van de tekst?

Tijdens het schrijven

  • Gebruik korte zinnen. Vermijd bijzinnen.
  • Gebruik eenvoudige en duidelijke woorden.
  • Houd het concreet. Gebruik geen abstracte begrippen of beeldspraak.
  • Geef voorbeelden.
  • Vermijd vaktaal en technische termen. Als het niet anders kan, leg dan de woorden goed uit.
  • Schrijf actief. Dus niet: ‘Er zal feest worden gevierd’, maar ‘Bakker De Vries viert feest!’
  • Veel tekst? Zorg dan voor alinea’s met tussenkopjes.

Na het schrijven

  • Lees de tekst hardop. Is de tekst voor de lezer dan nog zo begrijpelijk en logisch als je dacht?
  • Laat iemand anders de tekst lezen en vraag om feedback.
  • Je kunt de tekst invoeren in de Leesniveau Toetstool van stichting Accessibility. Je krijgt dan een beeld van de moeilijkheidsgraad van de tekst. Er zijn zes leesniveaus: van A1 (makkelijk) tot C2 (moeilijk). Het gemiddelde leesniveau in Nederland ligt op taalniveau B1.

Handige links

Handige tool voor de keuze van kleuren

Tool om leesniveau de bepalen

Informatie van de Oogvereniging over gedrukte tekst

Vragen of hulp nodig?

Ga naar de contactpagina